Executieve functies
Executieve functies horen tot de hogere denkprocessen om activiteiten te kunnen plannen, aan te sturen en uit te voeren. Goed ontwikkelde executieve functies zijn nodig om je efficiënt, sociaal en doelgericht te kunnen gedragen. De executieve functies regelen bijvoorbeeld dat je kunt starten met een taak en het richten en vasthouden van de aandacht.
Soorten executieve functies
Peg Dawson en Richard Guare (2009) onderscheiden elf soorten executieve functies:
- Respons-inhibitie: denken voordat je doet <-> van alles roepen op ongepaste momenten. Risicovol gedrag.
- Werkgeheugen: aanwijzingen onthouden
- Emotieregulatie: emoties onder controle <-> overreactie, slecht tegen kritiek kunnen
- Volgehouden aandacht
- Taakinitiatie: weten waar en wanneer je moet beginnen met een opdracht
- Planning/prioritering
- Organisatie: in de gaten houden wat er moet gebeuren en waar je je spullen hebt opgeruimd
- Timemanagement: tijd inschatten, verdelen en deadlines halen
- Doelgericht gedrag
- Flexibiliteit: flexibel kunnen omgaan met veranderingen of tegenslag <-> frustratie
- Metacognitie: denken over denken om jezelf en de situatie te overzien en te evalueren <-> verrast worden door bijv. een slecht cijfer of negatieve feedback
Bij diverse gedragsproblemen en/of stoornissen zijn er beperkingen op het gebied van de executieve functies. Ook bij hoogbegaafde kinderen zien we regelmatig problematiek op dit gebied. Dit heeft ook te maken met het feit dat deze functies niet voldoende getraind worden, omdat hoogbegaafde kinderen zich veel stappen snel eigen maken.
Margriet Sitskoorn onderscheidt in ‘De beste versie van jezelf‘ twaalf executieve vaardigheden:
- Aandacht richten, vasthouden, verdelen
- Emoties reguleren (incl. omgaan met stress)
- Flexibel kunnen zijn als dingen veranderen
- Ongewenst gedrag kunnen onderdrukken
- Taken en zaken starten
- Dingen organiseren
- Dingen kunnen plannen
- Jezelf kunnen monitoren
- Je werkgeheugen gebruiken
- Een reëel zelfbeeld vormen
- Het vermogen tot theory of mind
- Prosociaal gedrag (het belang van anderen voor ogen houden)
Kern-Executieve functies:
- Reactie-inhibitie: zelfcontrole – weerstand bieden tegen verleidingen en impulsief werken
- Interferentiecontrole: selectieve aandacht en cognitieve remming
- Werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit: inclusief creatief denken, alles van verschillende kanten bezien, en zich vlot flexibel aanpassen aan veranderde omstandigheden
Executieve functies en de prefrontale cortex zijn de eersten die eronder lijden als je gestrest, verdrietig, eenzaam of niet fysiek fit bent. Executieve functies zijn essentieel voor school – of academische prestaties, Als emotionele, sociale of fysieke behoeften worden genegeerd, werken die onvervulde behoeften tegen goede executieve functies. Een persoon kan ten onrechte worden gediagnosticeerd met een executieve functies-stoornis als deze persoon stress, verdriet, eenzaamheid, gebrek aan slaap of gebrek aan lichaamsbeweging heeft. Executieve functies zijn te trainen. Herhaalde oefening is de sleutel. Wat gewoonlijk ‘vloeibare intelligentie’ wordt genoemd, is de redeneer- en probleemoplossende component van executieve functies.